Zoethoudertjes en spelletjes die weinig ruimte innemen

Een buitenbeentje deze keer: (vakantie)spelletjes die weinig ruimte innemen. Mijn kinderen zijn 6, 8 en 10, in sommige opzichten handiger dan leeftijdgenoten en in andere opzichten dan weer helemaal niet. Maar deze spelletjes zijn denk ik voor meer leeftijden leuk: voor jezelf bijvoorbeeld?

Relatie met creativiteit, innovatie en onderwijs? Mwah, ik heb hier mijn creativiteit op losgelaten. Losjes dus. De boog kan niet altijd gespannen zijn! Maar: het is wel een extra lang blog, het ging maar door deze keer. Voor vele zoete uren 😉

Oja, van bijna alles dat ik noem is wel een commerciële variant te vinden, maar mijn idee was dat je met een stukkie papier en karton en wat touwtjes juist zónder veel geld uit te geven aan de slag kon. Dat heeft drie voordelen: het kost niets, als het niet bevalt is het niet erg en je kinderen zien dat je ook zonder winkel veel plezier kunt hebben. OK, komt-ie:

Ieder een blocnote en gáán!

Bekende spelletjes waarvoor je alleen (elk) een blocnote en een pen of potlood nodig hebt:

  • Galgje. Het bekende raad-het-woord spel. Je moet er dus wel voor kunnen lezen ;). Handig is om vooraf af te spreken hoe de complete galg eruit ziet, anders komt daar onenigheid van. (Tips voor minder lugubere namen of vormpjes zijn welkom. Gevangenisje? Guillotinetje, immers bedacht als humaner dan de galg?)
  • Kamertje verhuren: je zet je blocnote vol stippen en verbindt die met elkaar, om de beurt een lijntje, en wie de meeste kamertjes heeft geclaimd wint. (Kan ook op de grond in het zand trouwens!)
  • Voor zeeslag heeft elke speler een blocnote nodig, en mogen de spelers elkaars blocnote niet zien. Je “bombardeert” elkaars speelveld door het noemen van coördinaten: D3? Mis! G7? Raak! Spreek vooraf af of boten elkaar mogen raken of niet, en welke boten elke speler moet opstellen!
  • Boter-kaas-en-eieren. Leuk voor de kleintjes, en leuk voor de groteren die net door beginnen te krijgen hoe het werkt. Niet meer leuk als je snapt dat het met twee slimme spelers nooit uitkomt. Maar: met variant voor volwassenen: de “de luxe” versie, waarbij je niet automatisch remise haalt als je het spelletje doorhebt. Ik las er over in deze column van Ionica Smeets, Engelstalige uitleg van de spelregels vind je hier.

Creatief met geheimtaal

Stiekem toch een relatie met onderwijs: voor geheimtaal ben je natuurlijk ook bezig met taal, en met schrijven. Maar geheimtaal is vooral erg leuk, om elkaar stiekem boodschappen te kunnen sturen, die de rest natuurlijk niet snapt…

  • Morsecode. Morsecode kun je natuurlijk opschrijven, maar je kunt ook naar elkaar seinen met zaklampen, of met geluidjes. En je kunt morsecode verwerken in een tekening, of in kraaltjes aan een snoer, draadjes om een tak enzovoorts. Het enige dat je nodig hebt, is de versleuteling, zoals hier. (En zie ook de slimme ontcijfertabel in het stuk!)
  • Letters doorschuiven. Leuk om eindelijk dat alfabet onder de knie te krijgen: de code waarbij elke letter een aantal plekjes doorschuift in het alfabet. Niet moeilijk te kraken, maar leuk voor beginnende alfabetkenners.
  • Gesproken geheimtaal: doe iets met elke medeklinker of klinker. Ik sprak vroeger een taal met mijn vriendinnetje waarbij je elke letter apart uitsprak, en elke medeklinker verdubbelde met een o ertussen. Joj-a, bob-e-sos-tot o-non-hoh-a-non-dod-i-gog. Maar makkelijk te leren.
  • Een eigen sleutel. Nog mooier: een eigen versleuteling, waarbij je voor elke letter een andere lette, cijfer of symbool kiest. En voor gevorderden: een versleuteling die verandert met de dag, of waarvoor je bijvoorbeeld iemands geboortedatum moet weten. (Iemand “The imitation game” gezien? Aanrader. Net als “The Bletchley Circle”, een detectiveserie gebaseerd op de mensen die in de Tweede Wereldoorlog codes kraakten.)

Draadjes en touwtjes

Ik beken: ik neem een borduurwerkje mee op vakantie. Dat neemt weinig plek in en je doet er enorm lang mee. Of over, zo je wilt. (Wel schoon houden trouwens!) Borduren is qua inpakken echt handiger dan wintertruien breien of een sprei haken, en je raakt minder makkelijk onderdelen kwijt dan bij bijvoorbeeld iets met kralen of puzzelstukjes. Ook voor kinderen bieden touwtjes en draadjes uitkomst:

  • Touwspelletjes (“Ztringzs” of hoe degene die rijk geworden is met commerciële touwtjes het ook noemt). Ook heel geschikt als je indruk wilt maken op je kinderen, dan wel even oefenen op bijvoorbeeld de Jacobsladder. Low-budget tip: als je zelf een touwtje wilt maken, dan is synthetisch koord heel geschikt, bijvoorbeeld uit een uitgescheurd rugzakje. (Die hebben ook al min of meer de goede lengte.) Let op dat het gevlochten is en niet gedraaid, lekker glad is belangrijk. Je smelt de uiteinden simpel aan elkaar met een vlammetje. Voor voorbeelden moet je even googlen. En zoek ook eens op touwspelletjes met twee! Ik heb zelf ooit het boekje “Touwspelletjes uit de hele wereld” gekregen, daar staan weer net andere spelletjes in dan de firma van de dure touwtjes aanbiedt, dus leuk: kan je kind iets dat de rest niet kan! (En veel van die vormen uit het boekje dóen ook iets: vogels die overvliegen, een mug die je met een grote klap laat verdwijnen!)
  • Zeven strengen vlechten met “knoopster”, “weefster” of “kumihimo”. Beperkte complexiteit van het werken (makkelijker dan punniken!), maar fantastisch uitziend resultaat. En je hebt er alleen maar een houten, plastic of kartonnen ster met gleufjes en zeven draadjes, liefst met verschillende kleurtjes, voor nodig. Ik kwam het voor het eerst tegen op de site Wee Folk Art, zij geven je ook een patroon om zelf zo’n ster te zagen. Niet moeilijk, en kleine foutjes zijn niet erg, dus doen! (Of probeer het eerst met karton.)
  • Vriendschapsbandjes knopen, of “micromacramé”. Google maar! Er zijn boekjes over, tutorials voor, en het kan met alleen garen of met garen en kralen. En het is leuk, je hebt er weinig voor nodig en het kost veel tijd. (Dit in tegenstelling tot paracord knopen: dat kost juist véél materiaal.)

Strenge dichtvormen

Rijmen is leuk. Variaties op “Ik zag twee beren broodjes smeren” bijvoorbeeld. Maar een stapje verder wordt het nog leuker: échte gedichten!

  • Het Elfje is een gedicht bestaande uit elf woorden: regel 1, 1 woord, 2, 2 woorden enz., regel 5: één woord dat het gedicht samenvat. Doordat je niet op lettergrepen of metrum hoeft te letten is het een toegankelijke vorm voor jonge kinderen, die het erg leuk vinden om op deze manier een echt gedicht te kunnen maken. Vaak worden aanvullende “eisen” meegegeven, maar dat hoeft niet.
  • Moeilijker is de Haiku. Volgens puristen is die ook qua onderwerp en opbouw vastgelegd, maar zelfs als je dat loslaat: vijf, zeven, vijf lettergrepen is zo voorbij en behoorlijk streng. Maar wel cool als het lukt! Iets langer is de Tanka: 5-7-5-7-7 lettergrepen. Een soort Haiku met een wending na drie regels.
  • Altijd leuk: de Limerick. Die rijmt wel, en heeft ook een streng metrum, maar sjoemelen mag. Hij begint meestal met iets als “Er was eens een (persoon/dier) uit (plaats)” en er zit een grappige clou in. (Om ze te zingen: zoek op André van Duin, limerick, voor de laaalalalalaaala-melodie.)
  • Goed, en omdat ik mijn klassiekers ken en wel van een uitdaging houd: probeer ook eens een “Ollekebolleke”! Het gedicht “Voorbeeld” hieronder komt van Wikipedia. Twee uitdagingen: een streng metrum, en het vinden van een woord met zes lettergrepen ín het juiste metrum voor regel zes. Als je dit eenmaal geprobeerd hebt ga je er op letten 😉 (Voor de liefhebbers: de vader van deze vorm is Drs. P, zijn Ollekebollekes zijn te vinden in het boek “Zeslettergrepigheid”. Andere boekentip, voor wie van spelen met woorden houd: Opperlandse taal- en letterkunde van Battus, alias Hugo Brandt Corstius. Oud, maar leuk. Dat boek dan hè, de schrijver is overleden.)

Voorbeeld

 

O Wikipedia!

Wat een artikelen…

Zo veel te lezen en

Zo weinig tijd

 

 

Dat mijn onwetendheid

Encyclopedische

Omvang bereikt heeft

Is nu wel een feit

Tangrams en pentomino’s

Zeker als je ze van stevig papier of dun karton maakt nemen deze puzzeltjes nauwelijks ruimte in. Velletje vormen erbij en puzzelen maar!

  • De klassieke tangram (ook bekend van het bekroonde prentenboek “Tangramkat”). Er zijn héél veel voorbeelden van vormen die je kunt maken. Voor jongere kinderen is het naleggen van een voorbeeld dat al in de vormen is verdeeld al erg leuk, voor oudere kinderen is het juist het puzzelen welke vorm waar komt. Extra uitdaging: wie het het snelst kan.
  • Ei-tangram (download) en hart-tangram (te vinden in het boek “Spelen met puzzels” van Jack Botermans) zijn varianten waar ook ronde vormen bij zitten, daarmee gaat weer een hele nieuwe wereld open!
  • Pentomino’s zijn vormen die bestaan uit vijf vierkantjes. Daar zijn er precies twaalf van. (Uitdagend klusje voor pientere kinderen: teken op ruitjespapier alle verschillende vormen die je met vijf vierkantjes aan elkaar kunt maken.) Ook daar kun je vormen van maken: bijvoorbeeld die twaalf pentomino’s zelf, maar ook rechthoeken van 6 bij 10, 5 bij 12, 4 bij 15 en 3 bij 20. (Je bent een knapperd als je meteen door had dat die laatste ook weer een pentomino is!) (Je kunt ze ook 3D maken, en er dan weer 3D-vormen van maken. Er kan zoveel moois!)

En dan heb ik de luciferpuzzels en dominopuzzels nog niet eens genoemd… (Dominopuzzels: je legt een bepaalde vorm van dominostenen, waarbij de stenen wel met de juiste nummers aan elkaar moeten liggen. Dat kost je dan wel bagageruimte aan dominostenen, dus die luciferpuzzels (“maak van dit figuur een ster door één lucifer te verplaatsen”) zijn handiger.)

Ooo, de bieb!

De bibliotheek leent tegenwoordig ook e-books en luisterboeken uit via speciale apps. De Vakantiebieb (voor e-books voor groot en klein) heeft een beperkte selectie, 50 boeken die jaarlijks wisselen, maar is gratis, ook voor wie geen abonnement heeft. Heb je wel een abonnement dan kun je nóg meer kiezen, gewoon bij de bieb zelf. (En voor kinderen is dat gratis hè!) De gratis Luisterbieb-app biedt 2600 titels aan, allicht dat daar iets leuks tussen zit.

Ook zonder app kun je als abonnee ebooks lenen bij de bieb, iets meer gedoe om ze op een e-reader te zetten maar zo’n ding heeft een eindeloze batterijduur, dat is ook wat waard.

En wil je nóg meer keuze? Voor iets van €15 heb je een abonnement op de Koninklijke Bibliotheek, en toegang tot nog veel meer boeken, ook Engelstalige vakliteratuur bijvoorbeeld.) Dus al was het niet voor de kinderen, dan toch voor jezelf…

PS Dit stuk verwijst veelvuldig naar Wikipedia, dank aan al die mensen die bijdragen aan Wikipedia! Zo fijn om betrouwbare, niet-gekleurde info te kunnen geven.