Bij het zoeken naar manieren om creativiteit te meten (zie ook Creativiteit meten, een verkenning) kwam ik iets interessants tegen. Leuk om eens over na te denken, want hoe meet je nou creativiteit?* Één manier is om onderzoek te doen naar losse eigenschappen die samen bepalend zijn voor creativiteit, als een soort bouwstenen dus.
Meet je de eigenschap of het resultaat van die eigenschap?
Dafne Schippers kan hard lopen. Dat weten we, omdat ze hardlooprecords breekt. Maar ongetwijfeld weten haar sportieve begeleiders ook welke eigenschappen zorgen dat ze zo hard kan lopen: haar spiervermogen, de stand van haar benen, haar longcapaciteit enzovoorts. In theorie zou je op basis van die eigenschappen kunnen voorspellen dat zij een hele goede atleet is.
Dat wordt ook wel gedaan: er zijn dagen voor jonge getalenteerde sporters waar op basis van hun lichamelijke eigenschappen getest wordt in welke sport deze jongeren de meeste kans zouden hebben om de top te bereiken. Omdat een getalenteerde sporter vaak ik meerdere sporten goed is is dat nuttig.
Voor creativiteit kan het ook allebei:
- Het is mogelijk de mate van creativiteit van iemands werk te beoordelen, dus de resultaten.
- Anderzijds kun je ook naar de eigenschappen op het gebied van creatief denken kijken, met een meer abstracte test.
Aan de eerste aanpak ligt een gedachte ten grondslag: creatieve resultaten = creatief persoon. Deels klopt dat natuurlijk: wereldrecord op de sprint = goede hardloper. Maar deels ook weer niet: Dafne Schippers doet niet aan alle hardloopnummers mee, want ze is vooral goed in “haar” afstand. Binnen de wetenschap over creativiteit zijn er mensen die geloven dat je op één gebied creatief kunt zijn en op een ander gebied niet. Dat ondervang je met zo’n tweede type test, dat “algemene” creativiteit test.
De Torrance test
De bekendste test voor creativiteit is van Torrance. Op deze (Engelstalige) Wikipedia-pagina lees je er meer over: Torrance test of Creative Thinking.
Die test is niet alleen door andere onderzoekers “als beste getest”, maar hij is ook al voor zoveel verschillende groepen gebruikt en in zoveel talen vertaald dat er erg veel leuk vergelijkingsmateriaal beschikbaar is voor wie hem gebruikt.
En ja: dat is ergens wel raar, hoe meer een test wordt gebruikt hoe groter de kans is dat hij nog vaker wordt gebruikt. Dus hoe lastiger het is over te stappen op een andere test, óók als die andere misschien beter is.
Bouwstenen voor creativiteit
In de Torrance test krijgen proefpersonen een serie opdrachten, waarvoor ze ideeën moeten bedenken. Die ideeën worden vervolgens beoordeeld, op een aantal aspecten. Dat is interessant: blijkbaar kun je die ene eigenschap, creativiteit, weer opdelen in losse bouwstenen. Volgens Torrance zijn dit de bouwstenen voor creativiteit:
- Fluency: grofweg: hoevéél ideeën bedenkt iemand?
- Originality: hoe zeldzaam zijn de ideeën die iemand oppert?
- Elaboration: hoeveel details bevatten de ideeën?
- Resistance to Premature Closure: grofweg: hoe open-minded is de testpersoon?
- Abstractness of Titles: als iemand zijn werk een titel meegeeft, is dat dan een beschrijving, of is die titel nog wat meer dan dat?
Een mooi setje hè? Dit setje is bedoeld om te gebruiken in een test, maar je kunt je voorstellen dat het andersom ook werkt: dat als je tijd en energie steekt in het verder ontwikkelen van deze aspecten dat je dan creatieve wordt. Of zou dat niet werken?
*Hetzelfde geldt natuurlijk voor andere abstracte begrippen, zoals intelligentie of het vermogen tot “critical thinking”. Van die laatste weet ik dat er net als bij creativiteit testen zijn die bestaan uit testen voor verschillende deelaspecten.