Aantrekkelijk én creatief

Eieren schilderen, copyright foto: Geri-Jean BlanchardNee, ik wil het niet over mezelf hebben 😉

Deze week mocht ik helpen bij een knutselactiviteit voor kleuters. Én ik zag een oproep voor een workshop waarbij werd geschilderd, van Wieteke, in wie ik veel vertrouwen heb. Wat me opviel: de knutselactiviteit voor de kinderen had een enorm “kleur binnen de lijntjes” gehalte, bij de workshop stond juist heel duidelijk dat het niet ging om het maken van een mooi schilderij. Terwijl ik vermoed dat het werk dat gemaakt is even goed daarna trots bij iemand aan de muur wordt gehangen.

Misverstanden over creatief bezig zijn met je handen

Zoals ik al eerder schreef (links vind je onderaan), zijn er wat misverstanden als het gaat om creatief bezig zijn met je handen. Ik zet ze even recht:

  • Handvaardigheid is niet hetzelfde als creativiteit. (Zie “schilderen op nummer”: best moeilijk, niet creatief.)
  • Een al te grote focus op een “mooi” resultaat staat het creatieve proces in de weg. Een voorbeeld van het eindresultaat zorgt dat deelnemers denken dat dat is wat ze moeten maken.
  • Een goedbedoeld compliment maakt soms meer kapot dan je lief is. “Dat is mooi!” klinkt goed, maar geeft aan dat “mooi” blijkbaar belangrijk is en dat wat de deelnemer nu heeft gemaakt blijkbaar is wat verwacht wordt. Beter werken wat meer neutrale opmerkingen die laten zien dat je doorhebt wat een deelnemer doet, zonder oordeel. Bijvoorbeeld: “ik zie dat je nu eens aan de details werkt, en dan weer aan het grote geheel” of “ik zie dat je veel verschillende kleuren gebruikt”. Daarmee laat je zien dat je met aandacht naar het werk hebt gekeken, en nodig je uit om erover te praten, zonder te sturen.

Aantrekkelijk òf creatief

In het stuk Al knutselend creatiever II geef ik dit rijtje van mogelijke doelen voor een “handvaardige” activiteit. Je mag er maximaal één kiezen:

  • creatief bezig zijn: ideeën verzinnen, uitproberen, expressie
  • vaardigheid leren: oefenen, nadoen, uitproberen
  • een mooi eindresultaat: een cadeau, een presentatie

Tja, da’s een dilemma! Want een aantrekkelijk resultaat is óók heel motiverend om het nóg eens te doen, iets anders te proberen, je techniek te verbeteren enzovoorts. Dus ergens wil je het allemáál wel. Dat kan niet helemaal: je kunt niet iets nieuws proberen als je zeker moet kunnen zijn van het resultaat: dan is het immers niets nieuws. En als je oefent met een nieuwe techniek gaat het vaak niet zoals je wilt. Dat hoort erbij. Dus tot op zekere hoogte moet je ècht kiezen. Maar:

Creatief en toch aantrekkelijk

De oplossing: een slimme voorbereiding en materiaalkeuze zorgen voor aantrekkelijk geknoei. Een actueel voorbeeld: Pasen. Als mensen iets mogen maken met gele, groene, witte en pastelkleurige materialen kán het bijna niet anders dan dat het één en al voorjaar en Pasen uitstraalt. Ook als je bijvoorbeeld houten eieren als uitgangspunt neemt móet het wel Paasachtig worden, ook al  krijg je gothic eieren, grijsbruine eieren, bloemetjeseieren en metallic paintbrush-eieren door elkaar. Terwijl iedereen dus helemaal zijn/haar eigen ding kan doen en er volop kan worden geëxperimenteerd.

Voorbereiding:

  • Kies je materialen in kleuren die in combinatie met elkaar aantrekkelijk zijn. Bruin, grijs en zwart zijn samen nogal grauw, voor foolproof kleuren combineren kies je er maximaal één van die drie uit. Zorg ook voor voldoende contrast tussen de kleuren.
  • Een lastige techniek levert sneller een “lelijk” resultaat op (denk aan beginnende vioolspelers!). Als je bijvoorbeeld wilt schilderen, kies dan voor plakkaatverf of acrylverf en niet voor aquarel: bij aquarel laat een “fout” zich niet zomaar overschilderen, en het door elkaar vloeien van kleuren is lastig te hanteren.
  • Een strak kader maakt alles interessant. Als iedereen eenzelfde object òf hoeveelheid materiaal òf presentatieruimte tot zijn beschikking heeft, ontstaat een aantrekkelijk beeld: een grote verscheidenheid binnen vaste kaders. Dus iedereen een ei, een vogel, tien minuten, een wissellijst of een verpakking wasknijpers en je bent klaar. Er is niets mis met een voorgeknipte kip, als de mogelijkheden om er zelf wat van te maken maar groot genoeg zijn. (Dus doe een neutrale kip, niet één of ander stripfiguur.) (En mits je niet elke keer een activiteit aanbiedt die bestaat uit het met papieren rondjes beplakken van een voorgeknipte papieren vorm, zoals bij mijn kinderen op de opvang een tijd gebeurde.)

Tijdens de activiteit:

  • Laat géén voorbeeld van een eindresultaat zien. Ben je eigenwijs en wil je dit toch per se? Kies dan voorbeelden van een paar verschillende stukken die niet technisch perfect zijn.
  • De praktijk geeft je ook een kader:
    • Je hebt een bepaalde hoeveelheid tijd, binnen die tijd moet iedereen kunnen doen wat hij wil doen. Dus houd rekening met elkaar: delen en elkaar niet belemmeren.
    • De materialen en gereedschappen die gebruikt kunnen worden zijn beperkt. Bijvoorbeeld tot dat wat op tafel ligt, dat wat in het gebouw te vinden is, dat wat deelnemers zelf kunnen regelen: kies maar, maar houd een grens aan. (Dat geeft deelnemers houvast.)
    • Knoeien mag, maar de rommel moet zelf opgeruimd en schoongemaakt worden.
  • Laat deelnemers binnen de kaders die je stelt helemaal zelf hun gang gaan. Ja, dan krijg je dus bijvoorbeeld eieren die op hun kop of op hun kant staan, nou èn? Niet sturen! Zeg niet “dit hoort zo”, maar vraag “wat vindt jij?”. Los-la-ten.

Geniet en verbaas je over het resultaat!

PS Meer over creativiteit en met je handen bezig zijn op mijn blog lees je hier: