Net als creativiteit is kritisch denken zo’n 21st century skill. Zo’n vaardigheid waarmee mensen voorbereid zijn op een toekomst waarin informatie in overvloed beschikbaar is en waarin robots werk uit handen nemen. (Wat blijft er dan nog over voor mensen? Nou, ons bijzondere brein, en wat gevoelens en zo.)
Kritisch denken en creatief denken lijken elkaars vijand te zijn. Maar is dat zo?
Definitie van kritisch denken
Eerst: waar hebben we het eigenlijk over?
“Kritisch denken is een vaardigheid die aangeleerd en gebruikt kan worden om te beslissen of een bewering waar, gedeeltelijk waar, of fout is en of een redenering geldig is. Het biedt handvatten om de natuurlijke aanleg iets te geloven te beteugelen en onlogische redeneringen en denkfouten te herkennen en voorkomen.” aldus Wikipedia.
Al kritisch denkend zou je je bij dit stukje bijvoorbeeld kunnen afvragen:
- Wikipedia, is dat een betrouwbare bron? (Behoorlijk, hoewel het altijd goed is meerdere bronnen te onderzoeken.)
- Hoe verhoudt kritisch denken zich tot algoritmes zoals van Google en Facebook? (Juist door kritisch te zijn op de informatie die je vindt bescherm je je tegen de “filterbubbel”. Je zoekt actief ook andere invalshoeken op.)
- Is dit hetzelfde als scepsis? (Ja, gedeeltelijk.)
- Als je te kritisch denkt, ga je dan niet juist overal dingen achter zoeken die er niet zijn? (Nee, dat is juist een voorbeeld van gebrek aan kritisch denken.)
Een andere mooie definitie die ik vond is deze, van de Stichting Leerplanontwikkeling, dus uit het onderwijs zelf: “Bij kritisch denken gaat het om het vermogen om zelfstandig te komen tot weloverwogen en beargumenteerde afwegingen, oordelen en beslissingen. Hiervoor zijn denkvaardigheden noodzakelijk, maar ook houdingsaspecten, reflectie en zelfregulerend vermogen spelen een essentiële rol.” volgens SLO in een stuk over het curriculum van de toekomst. Deze definitie voegt een paar elementen toe aan de vorige, namelijk dat het kritisch denken zelfstandig gebeurt, en dat naast denkvaardigheden ook andere aspecten een rol spelen.
De Engelse term is overigens critical thinking, mocht je je in de wetenschappelijke literatuur willen storten. Wat mij opviel is dat er heel veel onderzoek is gedaan naar kritisch denken in de verpleging. Daar maakt kritisch denken het verschil tussen leven of dood.
Uitstel van oordeel versus kritisch denken
Bij brainstormsessies wordt er op gehamerd: stel je oordeel uit, houd je kritiek voor je! (Kijk maar eens hier, bij de spelregels voor creatief denken!) Moet je dus alle scepsis laten varen om creatief te kunnen zijn? En als kritisch zijn zo belangrijk is, wat zijn de uitkomsten van zo’n brainstorm dan waard als je daar juist níet kritisch mag zijn?
Divergeren en convergeren
Bij het creatief denken zijn twee zaken belangrijk:
- meer ideeën krijgen, ideeën uitbouwen, variaties bedenken enzovoorts: divergeren
- ideeën selecteren, samenvoegen, sorteren, laten afvallen: convergeren
Vaak gebeurt dat in afzonderlijke fases, soms loopt het door elkaar, maar beiden zijn nodig. Je kunt je voorstellen dat kritisch denken een andere rol heeft bij het divergeren dan bij het convergeren. Bij het convergeren is kritisch denken de kern van de zaak. Je moet goede afwegingen maken, scherp zijn, vragen stellen.
Bij het divergeren is kritisch denken niet per se verkeerd. Voorafgaand aan het bedenken van ideeën goed omschrijven wat je zoekt is nodig. Vragen stellen, je afvragen: kan het ook anders bijvoorbeeld, is zeker goed. Maar is het ook belangrijk prille ideeën niet kapot te analyseren. Er zit ook waarde in een onaf idee. Denk aan het sprookje van het lelijke jonge eendje. Daarnaast zijn bij het divergeren ook onbewuste processen belangrijk. Bij het kritisch denken probeer je jezelf juist heel bewust te zijn van je redenaties. Dat zul je voor het divergeren dus even moeten laten.
Kritisch op de kritiek
De ene kritiek is de andere niet. Vaak noemen mensen die ideeën afkraken zich kritisch, terwijl ze eigenlijk juist zonder onderscheid alles de grond in boren. Natuurlijk is het belangrijk dat slechte ideeën afvallen, maar ideeën laten afvallen is zo moeilijk niet. Het is dus juist nodig dat de kritische blik wat nauwkeuriger is:
- Wat is de waarde van dit idee? Welke elementen zijn bruikbaar?
- Brengt dit idee een nieuwe denkrichting mee die interessant is?
- Hoe kunnen we dit idee beter maken?
“Ja, maar….” reacties zijn vaak wel negatief, maar niet nauwkeurig. Daarmee loop je dus grote kans het kind met het badwater weg te gooien.
Niemand krijgt graag negatieve reacties. Het is dus ook belangrijk dat kritiek op de juiste manier gegeven wordt. Ik heb het niet over de “sandwich” (compliment – opbouwende kritiek – compliment), maar nog basaler. Als je iets vindt van iemands idee, zorg dan dat je dat zo benoemt. Geef kritiek op het idee, en niet op de bedenker: “Jan, jouw idee biedt een hele nieuwe invalshoek”. En als je toch iets wilt zeggen over iemand: houd het dan bij zijn gedrag in plaats van zijn persoon: “Jip, je tikt met je pen op tafel, dat leidt me af” in plaats van “Jip, klier dat je bent”. Basic.
Doseren van kritisch denken
Er wordt wel gefilosofeerd over de Nederlandse volksaard. Dat samen mopperen een band schept bijvoorbeeld. Ik weet niet of we hier meer mopperen dan in andere landen (ik kijk naar buiten: het regent en het is net iets boven nul, ik zie wel aanleiding om te mopperen vandaag) maar in ieder geval zouden we het voor de creativiteit wat vaker kunnen láten.
Een positieve sfeer, waarin je fouten mag maken, is belangrijk voor creativiteit en innovatie. Teveel kritiek en de verkeerde kritiek helpen zo’n sfeer om zeep. Dus hoewel kritisch denken zeker een rol speelt bij creativiteit, wil ik voorstellen het te doseren. Niet altijd, en niet te veel, dan werkt het het beste.