Vandaag beloon ik mezelf: ik ga iets nieuws uitzoeken! Niet in de winkel, maar in de wetenschap. Ik ben namelijk heel benieuwd of er verschil is tussen man en vrouw wat betreft creativiteit. Creativiteit kun je grofweg op drie manieren meten:
- je kunt kijken naar creativiteitstesten, zoals de Torrance test
- mensen kunnen laten invullen hoe creatief ze zijn, of hoe creatief hun resultaten zijn bij een opdracht (“self-report”)
- de daadwerkelijke prestaties (dus in het echte leven) kunnen worden gemeten, bijvoorbeeld door artikelen te tellen
Als je de creativiteit van iemand meet en daarbij bijhoud of je met een man of een vrouw te maken hebt weet je wie het creatiefst is. Toch?
Saai: mannen en vrouwen zijn even creatief
Na het lezen van een stapel artikelen hierover heb ik goed nieuws: er is geen enkele goede reden dat mannen en vrouwen niet even creatief zouden zijn. Mannen en vrouwen hebben weliswaar een andere hersenactiviteit bij creatief denken (zowel bij divergeren als convergeren), maar dat maakt voor de resultaten niets uit.
Vrouwen scoren een enkele keer hoger op een test, en als de test is uitgesplitst scoort een vrouw vaak hoger op verbale dingen en een man vaak hoger op figuurtjes. Maar dat is allebei belangrijk, dus de score blijft 1-1.
Mannen: vaker extreem
Een populaire theorie is dat hoewel de gemiddelde creativiteit van mannen en vrouwen gelijk is, de mannen een “plattere curve” hebben. Ze zijn wat meer verspreid dan de vrouwen. Daardoor zitten aan de extremen van de verdeling meer mannen. Oftewel: onder mannen zijn “more prodigies, more idiots” (meer wonderkinderen, meer idioten). Alleen vallen de niet creatieve mannen nauwelijks op, terwijl de top wel in de schijnwerpers terechtkomt.
Mannen boeken meer creatief resultaat. En dat is slecht nieuws.
Het slechte nieuws is, dat er meer creatieve topprestaties van mannen zijn dan van vrouwen. De reden dat dat slecht nieuws is, is de oorzaak van het verschil: het heeft namelijk helemaal niets te maken met hoe creatief mannen of vrouwen zouden zijn, maar met de toegang van vrouwen tot de (creatieve) top. Een heel creatief glazen plafond dus.
Hoe zit dat? Vrouwen ondervinden een aantal belemmeringen:
- In de opvoeding worden van meisjes andere dingen verwacht dan van jongens. Van jongens wordt bijvoorbeeld wat meer sloopgedrag en uit bomen vallen getolereerd: experimenteergedrag.
- Om de top te behalen is geld en materiaal nodig. Mannen hebben daar helaas nog steeds gemiddeld genomen makkelijker toegang toe. (Daarom zijn vrouwen bijvoorbeeld wel relatief succesvol in literatuur en poëzie: toegang tot die vakgebieden is voor iedereen betaalbaar.)
- Mannen komen makkelijker aan de top dan vrouwen, omdat er meer mannen aan de top zitten dan vrouwen. Wordt aan gewerkt!
- Vrouwen hebben in hun carrière meer last van huwelijk en kinderen krijgen. Mannen doen dat ook, maar worden er om voor de hand liggende en culturele redenen, minder door belemmerd.
- Verschillende soorten creatief werk worden op verschillende manieren beoordeeld. Vaak worden de richtingen waar meer vrouwen actief in zijn als “minder” gezien dan de mannenrichtingen.
Goed nieuws voor de metroman en de vrouw met ballen
Wie mannelijke en vrouwelijke eigenschappen combineert – in psychologisch opzicht dan – is creatiever dan mensen die psychologisch gezien wat meer stereotype man of vrouw zijn. Androgynie gaat samen met grotere creativiteit. Wie, psychologisch gezien, man en vrouw in gelijke delen mengt is het meest creatief, hoe meer je man of vrouw bent, hoe lager de creativiteit. Gemiddeld genomen dan hè, er zijn ook genoeg bijzonder creatieve vrouwelijke vrouwen, mannelijke mannen en totaal niet creatieve vrouwelijke mannen en mannelijke vrouwen.
Persoonlijk kan ik me daarbij ook wat niet-psychologische oorzaken van grotere creativiteit voorstellen. Het is bewezen dat behoren tot een minderheidsgroep tot grotere creativiteit leidt. Als je je dus anders dan de gemiddelde man of vrouw voelt (wie dat dan ook mag zijn) is dat op zich ook al een reden voor een grotere creativiteit. Dus naast, om het populair te zeggen (de theorie is intussen achterhaald, het beeld niet) een betere samenwerking tussen de hersenhelften heeft androgynie mogelijk nog een extra voordeel.
Meer weten? Ik heb onder andere dankbaar gebruik gemaakt van het artikel “Gender differences in creativity” van Kaufman en Baer. Interesse in een volledige bronnenlijst? Mail even, hij is nog “in het klad” 🙂