Creativiteit is één van de “vaardigheden voor de toekomst”, die momenteel zo populair zijn onder onderwijshervormers. Maar hoe leer je kinderen nou creatief te doen of liever nog: te zijn? Iedereen heeft daar wel ideeën over, gelukkig voor de kinderen is er ook onderzoek naar gedaan. (Even een zijsprongetje: zou elke onderwijshervorming onderzocht zijn voor invoering dan zou dat bakken met geld, tijd en frustratie schelen. Misschien een idee?)
Een pleidooi dat me aan het hart ging kwam uit dit artikel door Bob Jeffrey en Anna Craft uit Educational Studies*. Er is een onderscheid te maken tussen creatieve manieren van onderwijzen en het onderwijzen voor creativiteit. Dat onderscheid is ooit met de beste bedoelingen aangebracht, maar heeft geen nut, sterker nog: het kan contraproductief zijn.
Onderwijs op een creatieve manier ontstaat vanuit de wens om de leerlingen zo goed mogelijk te laten leren: om hen in staat te stellen zich de kennis en vaardigheden zo goed mogelijk eigen te maken. Onderwijzen voor creativiteit heeft tot doel de leerlingen creatief denken te leren. Het (Britse) National Advisory Committee on Creative and Cultural Education definieert daarvoor in zijn rapport “All Our Futures: Creativity, Culture and Education” (1999) de volgende principes (citaat uit Jeffrey&Craft)
- encouraging young people to believe in their creative identity,
- identifying young people’s creative abilities and
- fostering creativity by developing some of the common capacities and sensitivities of creativity such as curiosity, recognising and becoming more knowledgeable about the creative processes that help foster creativity development and providing opportunities to be creative, a hands on approach.
Opvallend hieraan is dat er met geen woord gerept wordt over het aanleren van denk- en brainstormtechnieken. Wel wat kennis over het creatieve proces, maar verder: gewoon doen, dan leer je het vanzelf.
En dat is precies waarom het onderscheid tussen creatief onderwijzen en onderwijzen voor creativiteit onzin is: een inventieve docent, die alles uit de kast haalt om haar of zijn leerlingen de beste leerervaring te bieden onderwijst onbewust óók het belang van creatief denken, en zelfs het proces ervan. En het is andersom ondenkbaar leerlingen creativiteit bij te brengen zonder daarbij zelf creativiteit in onderwijsvormen te gebruiken, dat zou meteen de boodschap dat creativiteit zaken beter, leuker, makkelijker maakt ondergraven. Dus als er al onderscheid gemaakt moet worden, zeggen Jeffrey en Craft, onderzoek dan de relatie tussen enerzijds het creatief onderwijzen van de onderwijzer en anderzijds het creatieve leren van de leerling.
Ik zou daar graag zelf aan toevoegen dat het bovendien belangrijk is al die creativiteit in onderwijzen en leren niet als losstaand lespakket te zien: het heeft geen zin leerlingen het ene uur te stimuleren zelf op onderzoek uit te gaan en zich verantwoordelijk te voelen voor hun leren terwijl de volgende les alles weer op de ouderwetse zit-stil-en-luister manier, “binnen de lijntjes” moet.
*Met dank aan Michaël Van Damme, die me op dit artikel wees!