Ideeën beoordelen die al wat verder uitgewerkt zijn
Stel, je hebt al wat stappen achter de rug van ideeën genereren, clusteren, kiezen, ideeën verbeteren, eer kiezen, en je hebt nu een handvol ideeën die eigenlijk allemaal wel geschikt zijn. Wat nu? Hoe maak je de beste keuze?
Ik heb er twee artikelen over geschreven, kies maar wat je het liefst doet: makkelijk en al pratend kiezen (dit artikel), of liever een meer exacte benadering?
Hier een aantal mogelijkheden:
PMI
Ofwel: Plus, Min, Interesting. Dit is niet echt een manier om te kiezen, eerder een manier om meer informatie te krijgen over wat er bijzonder is aan de opties, en wat belangrijk lijkt te zijn voor de keuze. De scheidslijn tussen beschrijven van opties en verder uitwerken van opties is overigens heel dun, je kunt deze techniek ook prima gebruiken voor het net iets verder uitwerken van ideeën.
Hoe werkt het? Nou, simpel: per optie wordt in enkele steekwoorden of korte zinnen opgeschreven wat de voordelen (plus), nadelen/verbeterpunten (min) en unieke eigenschappen (interesting) zijn. Bij een groep worden ze aan de anderen gepresenteerd. Op basis hiervan ontstaat dan meestal discussie: wat vinden we nu eigenlijk belangrijk? En dit kenmerk hier, dat is een nadeel, maar je zou het ook in je voordeel kunnen gebruiken.
Een leuke manier om te presenteren, is elke optie op een flipover uit te werken, ongeveer zoals op het plaatje hiernaast.
Advocaat van de duivel
Vergelijkbaar, niet om te kiezen maar wel om ideeën te beoordelen en criteria helder te krijgen: advocaat van de duivel spelen. Dit vergt goede afspraken vooraf! Je spreekt af wie het idee gaat verdedigen en wie advocaat van de duivel gaat spelen. De advocaat van de duivel gaat het idee onderuit proberen te halen door er zoveel mogelijk nadelen van te bedenken, de verdediger pareert die zo goed mogelijk. Doel is niet om elkaar af te branden, maar om te kijken wat er goed en minder goed is aan het idee. Heb je een competitieve groep, dan moet je daar scherp op letten: mensen mogen zich niet persoonlijk geraakt voelen. Humor helpt. En verdeel de rollen eerlijk, want advocaat spelen is leuker en makkelijker dan verdediger, de verdediger zit in een afhankelijke en wat ondankbare rol.
Als je het idee hebt dat je groep door deze werkvorm uit de positieve flow wordt gehaald en daarna blijft hakketakken en zeuren over minpunten: kies dan voor PMI, of iets vergelijkbaars! Of doe “advocaat van de engel”: een engel die probeert zoveel mogelijk positieve punten te benoemen, nadelen om te draaien in voordelen enzovoorts.
Één persoon kiest
Veruit de makkelijkste optie, zeker als je in je eentje bent: één persoon kiest wat hem of haar het meest aanspreekt. Geen gedoe met criteria en verantwoording, gewoon “deze vind ik leuk” of “hier heb ik een goed gevoel bij”. Snel en eenvoudig. Voor groepen doe je bijvoorbeeld dat de baas mag kiezen, of dat degene die het project moet gaan uitveren mag kiezen. Nadeel is wel dat de rest van de groep zich niet zo betrokken voelt. Een andere tekortkoming is dat “leuk” of “een goed gevoel” niet altijd rekening houdt met pragmatische zaken als kosten, uitvoerbaarheid of concurrentieoverwegingen.
Ieder kiest een favoriet
Veruit de makkelijkste techniek: laat iedere deelnemer een favoriet (weer afhankelijk van je criteria) kiezen uit de ideeën. Het grote voordeel is dat de deelnemers erg gemotiveerd zullen zijn voor hun gekozen idee. Nadeel kan zijn dat de objectiviteit wel erg ver te zoeken is…
Ik gebruik deze techniek graag als ik aan het einde van een dag intensief brainstormen de deelnemers wil laten voelen wat ze bereikt hebben. Ieder kiest dan één ding om iets verder uit te werken (bijvoorbeeld tot een poster zoals bij “PMI” hierboven is uitgelegd), en vol enthousiasme te presenteren. Leuk, makkelijk en erg goed voor het groepsgevoel!
Ieder kiest wat hij uitvoert
Je kunt soms ook mensen laten kiezen wat ze willen gaan doen. Dit is leuk en handig wanneer de ideeën van een niveau zijn dat ze door één persoon helemaal kunnen worden uitgewerkt en uitgevoerd, bijvoorbeeld, brainstormend over meer plezier op kantoor: “een plant kopen”, “geurstokjes op de wc”, “wekelijks een inspirerende spreuk op het bord”, “appeltaartwedstrijd houden”, dat soort dingen. Ieder kiest het idee dat hem of haar het meest aanspreekt en gaat ermee aan de slag. Het is heel motiverend, maar niet zo objectief. En: sommige mensen krijgen meer werk dan anderen (maar daar kiezen ze wel zelf voor).
Poeh, zoveel manieren om te kiezen, hoop dat ik je geen keuzestress heb bezorgd!
Eén reactie
Reacties zijn gesloten.