De lichte kost van gisteren heeft me nog niet doen opknappen, dus ik schrijf een “kattenstukje”, zo’n stukje (over bijvoorbeeld de kat) waartoe de schrijver zijn toevlucht neemt als de inspiratie hapert en/of de deadline nadert en het stuk nog niet af is. (Ken je van die strips die zich 7 van de 8 plaatjes in dichte mist afspelen? Typisch kattenstukjes!)
Ik licht vandaag de mechanismen achter de “tips” van gisteren toe, voor zover mogelijk:
Wat is waar? De 75 tips om creatiever te worden ontrafeld
Geestverruimers
Tip 4: wiet, drugs en 6: alcohol, (gratis) bier, absint en 75: verliefdheid (maar (denken aan) seks dan weer niet) zijn aanlokkelijk, maar berusten op een misverstand: gebruik van geestverruimende middelen vergroot voornamelijk het gevóel creatief te zijn, en niet zozeer de creativiteit zelf. Het is mogelijk dat een bescheiden dosering wat helpt omdat het remmingen vermindert. En verliefdheid, tja: volgens mij komen de mooiste liedjes juist voort uit liefdesverdriet. Maar goed, verliefdheid helpt echt, zeggen wetenschappers.
De èchte geestverruimers zijn tips 2: muziek, 3: lezen, 7: kunst, 13: buiten je comfortzone komen, 14: dingen anders doen dan normaal (tandenpoetsen in het donker), 15: reizen, 17: nieuwe mensen ontmoeten, 18: nieuwe ervaringen, 27: muziek uit een muziekwinkel, 40: wilde, onverwachtse dingen doen, 46: je laten inspireren door andere vakgebieden, 56: een cursus in iets waar je nog niets vanaf weet en 66: je specialiseren in een onderwerp. Overeenkomst tussen deze dingen is dat het activiteiten zijn die nieuwe prikkels en nieuwe kennis opleveren, en (dus) nieuwe verbindingen in je brein. Die zijn handig en nodig bij creatief denken.
Aan het werk:
Er zijn ook tips voor je (werk)omgeving: let bijvoorbeeld op 5: bepaalde kleuren, 16: daglicht, 22. stilte, 23: rotte appels op je bureau en voeten in ijswater (Friedrich Schiller schijnt zo te hebben geschreven) en 57: een kantoor dat lijkt op een speeltuin. Stilte of muziek lijkt een kwestie van persoonlijke voorkeur, evenals rotte appels en ijswater. Er is onderzoek gedaan naar wat wel en niet werkt, dat is helaas niet eenduidig. Maar daglicht en planten zijn OK.
Sommige tips helpen om de creativiteit op gang te brengen, ze maken als het ware ruimte voor ideeën, zeker bij wie de ideeën niet onmiddellijk en te pas en te onpas opborrelen. Denk aan 1: verveling, 10: doedelen (doodling): gedachteloos tekenen, 11: aan één stuk door schrijven zonder je pen van het papier te halen, 20: spelletjes met associaties, gedachtenexperimenten, 59: schetsen.
Dan zijn er nog creativiteitstechnieken of onderdelen daaruit zoals 9: brainstormen, 49: afbeeldingen, prikkelwoorden, objecten; duo’s van afbeeldingen, prikkelwoorden, objecten, 55: metaforen, spreekwoorden, gezegden, 61: rollenspellen, 63: mindmapping, 64: imaginaire dialoog (in gedachten praten met (verzonnen) vrienden of (echte) grootheden) of zelfs 36: een cursus creatief denken. Die werken, afhankelijk van het doel dat je wilt bereiken. (Zie ook dit stukje over zin en onzin van brainstormen.)
Gewoonten
Tips die vallen in de categorie “een gezonde geest in een gezond lichaam”, goed voor jezelf zorgen enzovoorts: 21: slapen, 41: in het moment leven, 42: mindfulness, 43: (lach)meditatie, 50: een blokje om, wandelen, 54: meditatie, chi gong, 58: sporten. Ze zorgen allemaal voor een ontspannen geest. Een ander voordeel is dat ze incubatietijd bieden: tijd waarin je niet actief bezig bent een vraagstuk op te lossen maar waarin op de achtergrond je brein erover doorsuddert. Essentieel voor creatief denken. (Maar je hoeft niet actief te zijn hoor, in lichaam of geest. Een bad nemen kan ook. Eureka!)
Je hebt een bepaalde instelling nodig. Denk aan 12: fouten maken (fail faster, stumble forward: niet de minsten die dit belangrijk vinden!), 51: deadlines of juist 52: het ontbreken van deadlines (tijdsdruk is volgens wetenschappers niet bevorderlijk, maar helemaal geen tijdsdruk betekent ook helemaal geen urgentie en da’s dan weer al te mager), 53. flow, being in the zone etc..
Dingen die je in het dagelijks leven doet, of niet doet: 24: niet teveel TV kijken, 25: geen radio luisteren, 26: rondhangen met je vrienden, 28: geen popcultuur, 37: alleen zijn maar ook 38: samenwerken, 44: niet teveel kijken naar het verleden maar wel eventueel 45: je laten inspireren door het verleden. En 74: videospelletjes. De rode draad is dat je jezelf onafhankelijk ontwikkelt, dus zelf je mening vormt. En videospelletjes waren inderdaad ergens goed voor, al weet ik niet precies meer waarom.
Verder kun je je een aantal gewoonten aanmeten om actief creatiever te worden, de zogenoemde creative habits: 19: spelen, kinderspelletjes, speelgoed, 39: sparren met een sparringpartner, 60: een notitieboekje bijhouden, 47: jezelf beperken in de hoeveelheid tools, gereedschappen, woorden enz. die je gebruikt, 48: jezelf beperken in de diversiteit aan tools, gereedschappen, woorden enz. die je gebruikt, 62: vragen stellen, 65: nieuwsgierig zijn, 67: experimenteren, 68: leren je interne criticaster te laten ontspannen, 69: ga op zoek naar inspiratie, 70: pak nieuwe projecten op, 71: gebruik nieuwe manieren om je werk te doen, 72: daag jezelf uit, 73: houd een (creativiteits-) dagboek bij. Die hebben tot doel je gewoontes en denkwijzen te laten aanleren die ertoe leiden dat je openstaat voor inspiratie en nieuwe ideeën, en ook in aanraking komt met mogelijke nieuwe denkbeelden. Dat werkt echt, en is bovendien leuk.
Afkomst telt
Je afkomst en situatie helpt: hoe vreemder hoe beter voor de creativiteit. Denk aan 29: een beroerde jeugd (“An unhappy childhood is a writer’s goldmine”), 30: een handicap of ziekte, 31: behoren tot een religieuze minderheid, 32: behoren tot een etnische minderheid, 33: een psychische of psychiatrische stoornis. Daar lijkt echt een kern van waarheid in te zitten: behorend tot een minderheid is weinig vanzelfsprekend voor je, er is geen zwart of wit: wat in de ene situatie goed is is in de andere situatie fout. Dat helpt. Psychische en psychiatrische stoornissen kunnen een originele blik op de wereld geven, maar ook elk werk onmogelijk maken, dus geen garantie op succes! Ook tip 34: dyslexie en 35: linkshandigheid zijn wat moeilijk uitvoerbaar, maar gaan uit van het idee dat beelddenken belangrijk is voor de creativiteit en dat onder linkshandigen en dyslectici meer beelddenkers zitten. Dus oefen in beelddenken, voor zover mogelijk.
Als je je kinderen en/of jezelf op een realistische, gezonde manier een voorsprong in creatief denken wilt geven: ga een tijd in het buitenland wonen.
En tot slot: 8: religie, dat valt in vele van de bovenstaande categorieën. Maar zonder kan het ook hoor, creatief zijn.
Eén reactie
Reacties zijn gesloten.